Hoe denken veehouders over kruidenrijk grasland?
In Nature today verscheen een artikel van de universiteit van Wageningen waarin onderzoekers verslag doen van hun gesprekken met boeren uit de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden over de kansen en risico's van kruidenrijker grasland. Het hele artikel is te lezen via deze link.
In de Alblasserwaard-Vijfheerenlanden wordt in het kader van de Groene Cirkel Kaas en Bodemdaling met steun van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderzoek gedaan naar kruidenrijke graslanden op veen. Dat moet leiden tot meer inzicht in hoe kruidenrijkdom op veen kan worden bereikt. Veengronden lijken de lastigste bodems voor het omvormen van soortenarme naar kruidenrijke graslanden. Graslandvernieuwing is niet gewenst omdat daarmee vertering van het veen (en dus bodemdaling) wordt versneld, en proeven met doorzaaien van kruidenrijke zaadmengsels in bestaand grasland zijn nog weinig succesvol. Gezaaide soorten hebben namelijk moeite om zich te handhaven als er niet ook minder wordt bemest. Verschraling door het maaien en afvoeren van het gras is een zaak van lange adem. Bovendien kan in het veenweidegebied vanwege het weidevogelbeheer dikwijls minder vaak worden gemaaid dan voor verschraling nodig is: in het weidevogelseizoen kan namelijk niet worden gemaaid. Als het eenmaal kruidenrijk geworden is, maken weidevogels er wel graag gebruik van.
Voor meer kruidenrijke graslanden is het nodig dat boeren kruidenrijk grasland zien als een wenselijke en mogelijke optie voor hun bedrijf. De onderzoekers organiseerden op 19 oktober een workshop met twintig boeren (in kleine groepjes met voldoende afstand), om meer inzicht te krijgen in kansen en risico’s die boeren zien. De groep was divers: van gangbaar tot biologisch-dynamisch, van verbreed tot gespecialiseerd, van veel ervaring met kruidenrijk grasland tot geen plannen voor kruidenrijk grasland. Daardoor hebben de onderzoekers zicht gekregen op een breed scala aan kansen en risico’s die boeren zien, en op thema’s waarop de meningen uiteenlopen.
Kruidenrijk grasland in de bedrijfsvoering
De veehouders zien allerlei kansen voor hun bedrijfsvoering. Kruidenrijk grasland geeft diversiteit in het bedrijf. Met verschillende soorten gras kan een boer sturen. In een volledig grasrantsoen helpt structuurrijk, kruidenrijk hooi de diergezondheid op peil te houden in combinatie met eiwitrijk grasklaver. Kruidenrijk hooi kunnen boeren vaak goed verkopen aan paardenhouders: een van de veehouders verkoopt ‘medicinaal hooi’. Structuurrijk voer is vaak geschikt voor jongvee en droge koeien.
De strategieën van de boeren verschillen: waar de een erop gebrand is om te laten zien dat hoge productie goed kan samengaan met biodiversiteit, ziet de ander meer in een extensief bedrijfssysteem met een lagekostenmodel. Voor boeren die gaan voor een hoge melkproductie is de kwaliteit van kruidenrijk gras niet goed genoeg om aan het melkvee te voeren. Voor boeren met een extensievere bedrijfsvoering en een minder hoog productief en robuuster ras koeien is dit minder een probleem. In droge zomers hebben kruidenrijke percelen in de ervaring van sommigen juist een betere opbrengst dan gras. Tien procent uitgestelde maaidatum of kruidenrijk is voor veel boeren goed in te passen. Dat heeft niet alleen te maken met de voerkwaliteit, maar ook met de mest die boeren beschikbaar hebben. Drijfmest kan niet naar kruidenrijke percelen: die moet naar de meer intensieve percelen.
Kostenafweging
Boeren benoemen dat motivatie het belangrijkste is om kruidenrijk grasland te willen ontwikkelen, maar dat ze ook een kostenafweging maken. Als een boer ruim in zijn land zit, past kruidenrijk grasland goed, en sommige grond leent zich ervoor. Maar grond is duur en schaars, dus goede landbouwgrond offert een boer niet graag op. Bovendien wordt de hoeveelheid voer minder en de kwaliteit onzeker. Intussen heeft hij er wel werk aan, en als hij niet ruim in het land zit, moet hij voer bijkopen. Het rekensommetje moet onderaan de streep wel kloppen.
Inzaaien of verschralen
De veehouders maken onderscheid tussen productieve kruidenrijke graslanden die zijn ingezaaid met een beperkt aantal soorten die oorspronkelijk niet uit het gebied komen, en kruidenrijkdom die het gevolg is van een lange periode met weinig mest. Met het laatste worden gebiedseigen soorten bevorderd, maar volgens een deel van de boeren is dit gras minder geschikt als veevoer, waardoor deze kruidenrijke graslanden niet haalbaar zijn op alle grond binnen het bedrijf.
Men wil graag meer weten van in- en doorzaaien. De ervaring is dat inzaaien snel resultaat geeft en gunstig kan zijn voor de opbrengst, vooral als er klavers in zitten. Het biedt de mogelijkheid om te sturen op soorten die gunstig zijn voor de melkgift en/ of de diergezondheid. Het gaat de boeren immers om een goede combinatie van melkproductie, diergezondheid en biodiversiteit. Een combinatie van productief, ingezaaid kruidenrijk grasland met laat maaien bevalt niet goed: het gras wordt dan te zwaar.
Toch is er vrij veel overeenstemming dat voor de ontwikkeling van kruidenrijk grasland op veen in- of doorzaaien weinig zin heeft. De beschikbare zaadmengsels zijn niet toegesneden op veenbodems en de ingezaaide kruiden houden het niet lang vol. Met verschraling bereik je meer, geven de boeren aan, maar dat duurt een jaar of tien. En het gaat niet alleen om het perceel, maar ook om de slootkanten.
Klik hier om direct een melding te plaatsen! Direct naar meldingen
Klik hier om direct contact op te nemen! Direct contact opnemen
Meer nieuws
Excursie botanische weideranden op 9 september 2024
Er groeit en bloeit nog heel veel in…
Vraagbaak Landbouw
De provincie Utrecht heeft in het voorjaar van 2024 de Vraagbaak Landbouw geïntroduceerd.…
EnquĂȘte Boerenlandvogels
Laat ik mezelf eerst even voorstellen: mijn naam is Marije Westra en ik…
Het slootschoonseizoen gaat weer van start!
Vanaf 15 augustus tot 1 november kunnen in…