logo Rijn Vecht en Venen

ANLb 2023

Op 1 januari 2023 gaat het nieuwe stelsel voor Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) van start. Dit betekent dat de huidige contracten per 31 december 2022 aflopen en we afspraken gaan maken voor de nieuwe periode. Deze start op 1 januari 2023 en loopt tot en met 31 december 2028. 

Eind 2022 moeten wij onze aanvraag indienen bij provincie Utrecht. Hiervoor is het noodzakelijk dat wij voor die tijd weten hoeveel ha agrarisch natuurbeheer we kunnen afsluiten bij onze deelnemers.

Op deze plek bundelen we alle informatie over het ANLb vanaf 2023. Zodra er nieuwe ontwikkelingen zijn, dan zetten we dat hier op onze website. Op 22 september 2022 is er een informatieavond georganiseerd. Henk Jan Soede, José van Miltenburg en René Faber presenteerden de informatie over het nieuwe GLB, ANLb en de Eco-regeling. De presentaties zijn terug te vinden via deze link. Een concept samenvatting van de vragen en antwoorden staan in dit document.

De brochure beheerpakketten ANLb 2023-2028 bevat een overzicht voor de beheerpakketten die vanaf 2023 in het ANLb kunnen worden gebruikt. Een overzicht van het verschil tussen de oude en nieuwe tarieven vindt u in deze tabel. Er kunnen geen rechten aan worden ontleend.

Een nieuwe activiteit die aanboden wordt is het maken van een slootplan. Deze bestaat uit een theoretisch en een werkboek gedeelte en zullen nog verder ontwikkeld worden. Voor vragen hierover kunt u contact opnemen met ons kantoor.

Relatie conditionaliteiten, ecoregeling en ANLb

ANLb is onderdeel van het GLB (gemeenschappelijk Landbouwbeleid). Het GLB verandert per 2023, en dat heeft ook invloed op het ANLb.

Wat verandert er in het GLB?

Het nieuwe GLB wil toekomstbestendig boeren sterker belonen. Binnen de GLB-subsidies is hier meer aandacht voor. De grootste verandering is de nieuwe eco-regeling. Met het uitvoeren van eco-activiteiten draagt u bij aan 5 doelen: klimaat, bodem/lucht, water, landschap en biodiversiteit.

Voorlopig overzicht regelingen in het nieuwe GLB

In het Nationaal Strategisch Plan (NSP) staat de Nederlandse invulling van het nieuwe GLB. Dit plan ligt nog ter goedkeuring in Brussel, dus hier delen we de verwachte veranderingen en de nieuwe regelingen. We gaan hier alleen in op de gevolgen voor graslandbedrijven.

Het GLB is opgebouwd uit drie schillen. De binnenste schil is de basispremie. Om in aanmerking te komen voor die basispremie moet u voldoen aan de basisvoorwaarden. Als u daaraan voldoet kunt u zelf bepalen of u ook wilt meedoen aan de eco-regeling. Daarbovenop kunt u nog (vrijwillig) maatregelen nemen die in het ANLb passen.

Basispremie

  • De basisbetalingsregeling (BBR) van het huidige GLB wordt de basispremie.
  • U krijgt de basispremie per hectare subsidiabele grond. Er zijn per 2023 geen betalingsrechten meer.
  • Landschapselementen en sloten worden subsidiabel.
  • U hoeft geen actieve landbouwer meer te zijn als uw uitbetaling lager is dan € 5000.
  • U krijgt voor de eerste 40 hectare van uw subsidiabele grond een extra betaling van ongeveer € 54 per hectare.

Conditionaliteiten

Om voor de basispremie en de eco-regeling in aanmerking te komen, moet u aan bepaalde basisvoorwaarden voldoen; dat zijn de zogenaamde conditionaliteiten. U houdt zich aan de 9 Goede landbouw- en milieucondities (GLMC’s). De conditionaliteiten die gelden voor graslandbedrijven zijn (voorlopig) de volgende:

1. Instandhouding blijvend grasland

Blijvend grasland houdt koolstof vast. Hiermee voorkomt u CO2-uitstoot. 

Deze maatregel geldt op landelijk niveau. Tot en met 2027 mag het percentage blijvend grasland in Nederland niet meer dan 5% dalen t.o.v. 2018. Als er sprake is van een te grote daling komt er een individuele verplichting.

2. Bescherming Veenweidegebieden

Kooldioxide en nutriënten blijven in de bodem, als veen niet in contact komt met de buitenlucht. Daarom is het van belang dat het veen nat blijft. Bedrijven op veengronden tot circa 1 m boven NAP mogen niet afwijken van het vastgestelde waterpeil in hun gebied.

4. Verplichte (verbreding van) bufferstroken langs waterlopen

Bufferstroken waar geen bemesting en geen toepassing van gewasbeschermingsmiddelen plaatsvindt, beperken de afspoeling van o.a. nutriënten naar het oppervlaktewater en zorgen zo voor een betere kwaliteit van het oppervlaktewater.

De eisen aan bufferstroken in het GLB met GLMC4 en in het 7e Actieprogramma Nitraatrichtlijn zijn dezelfde.

Als algemene regel geldt een bufferstrook van 5 meter breed langs waterlichamen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW). Langs andere watervoerende sloten is de bufferstrook 3 meter breed. Een bufferstrook hoeft nooit groter te zijn in oppervlakte dan 4% van het perceel.

De volgende uitzonderingen zijn van toepassing:

  • de bufferstrook langs KRW-waterlichamen wordt 3 m breed als de strook van 5 m breed meer dan 4% van de oppervlakte van het perceel zou uitmaken;
  • de bufferstrook langs watervoerende sloten wordt 1 m breed, als de strook van 3 m breed meer dan 4% van de oppervlakte van het perceel zou uitmaken;
  • de bufferstrook langs overige watervoerende sloten wordt 0,5 m breed, als de strook van 1 m breed meer dan 4% van de oppervlakte van het perceel zou uitmaken.

Let op: de uitzonderingen gelden alleen voor waterlopen van maximaal 10 meter breed. NB: dit blijkt achteraf gezien een fout, dus de uitzonderingen gelden voor àlle sloten! 

9. Blijvend grasland beschermen

Blijvend grasland houdt koolstof vast. Hiermee voorkomt u CO2-uitstoot.

Verbod op het omzetten en ploegen van ecologisch kwetsbaar blijvend grasland. Dit grasland ligt vooral in Natura 2000-gebieden.

10. Bufferstroken langs droge sloten

Langs droge sloten (waar tussen 1 april en 1 oktober geen water in staat) moet een bufferstrook van 1 meter aangehouden worden.

Kijk ook naar:

https://www.rvo.nl/onderwerpen/het-nieuwe-glb-de-conditionaliteiten

Subsidiabele oppervlakte GLB-basispremie

Welke oppervlakte telt mee voor de basispremie?

  • landbouwgrond (inclusief natuurterrein) dat u (overwegend) voor landbouwactiviteiten gebruikt;
  • landschapselementen en sloten; Eigendom van sloten is niet noodzakelijk; boeren moeten kunnen aantonen dat zij het beheer uitvoeren; Grenssloten tussen twee bedrijven tellen voor ieder bedrijf voor de helft mee;
  • areaal dat wordt ingezet voor de conditionaliteit, zoals niet-productief areaal (onder andere akkerranden en bufferstroken).

Eco-regeling

De eco-regeling met eco-activiteiten is een nieuwe regeling binnen het nieuwe GLB. Door eco-activiteiten uit te voeren helpt u mee aan 5 doelen: het verbeteren van klimaat, bodem/lucht, water, landschap en biodiversiteit. U kiest zelf welke activiteiten passen bij uw bedrijf en percelen. Met elke eco-activiteit scoor je punten (doe je de juiste dingen?) èn een waarde (doe je die dingen op voldoende areaal?) in €€. Als u met de uitgevoerde activiteiten voldoende punten èn waarde heeft gehaald, krijgt u een vast bedrag per hectare uitbetaald. 

Het puntensysteem

Met het uitvoeren van diverse eco-activiteiten verdient u enerzijds punten. U moet een minimaal aantal punten halen op de vijf genoemde doelen (klimaat, bodem/lucht, water, landschap en biodiversiteit). Scoort u op alle 5 doelen voldoende punten? Dan voldoet u aan de instapeis voor de eco-regeling.

Daarnaast heeft iedere activiteit een bepaalde waarde. De totale waarde die u haalt met uw gekozen activiteiten bepaalt de hoogte van de eco-premie die aan u uitbetaald wordt. Er zijn 3 beloningsniveaus: brons, zilver of goud. Aangenomen wordt dat de premie ongeveer zal neerkomen op: € 60 per ha bij brons, € 100 per ha bij zilver en € 200 per ha bij goud. Het precieze bedrag hangt af van hoeveel boeren uiteindelijk deelnemen en op welk
beloningsniveau ze uitkomen, want er zit een max aan het jaarlijkse budget voor de eco-regeling.

Om uit te vinden welke activiteiten voor u en uw bedrijf toepasbaar zijn en hoeveel punten en welke waarde ze opleveren, komt er vanuit RVO een simulatietool beschikbaar. Hiermee kunt u diverse scenario’s doorrekenen.

Voorlopig overzicht eco-activiteiten

Hieronder vindt u de (voorlopige) lijst met eco-activiteiten, die toepasbaar zijn op graslandbedrijven (met eventueel wat snijmais). U geeft de eco-activiteiten per perceel op.

H02. Stikstofbindend gewas

U teelt een stikstofbindend gewas als hoofdteelt, voor een vruchtbare bodem, meer stikstofopname en een betere biodiversiteit. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt.

H04. Langjarig grasland

Met langjarig grasland bouwt u organische stoffen op. Dit is goed voor de bodemstructuur. U heeft blijvend grasland (gras dat meer dan 5 jaar op het land staat) van 1 januari tot en met 31 december. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u ploegt het land niet. Alleen lichte grondbewerking is toegestaan. Verder is uitsluitend pleksgewijze chemische onkruidbestrijding toegestaan, op maximaal 10% van de oppervlakte.

H05. Grasland met kruiden

Grasland met kruiden zorgt voor een diepere doorworteling en een betere bodemstructuur. En voor diversiteit in ruwvoer. Op minimaal 25% van uw grasland staan duidelijk zichtbaar kruiden en vlinderbloemigen tussen 1 april en 1 oktober. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en gras, kruiden en vlinderbloemigen zijn gelijkmatig over het perceel verdeeld.

H06. Natte teelt

Met natte teelt zorgt u voor minder CO2-uitstoot en meer biodiversiteit. Natte teelt is geschikt voor gebieden met een hogere grondwaterstand, zoals veengebieden. U teelt een gewas uit de lijst "natte teelt" als hoofdteelt. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u oogst minstens één keer per jaar.

H09. Gras/klaver

Met het zaaien van gras of klaver hoeft u minder of geen kunstmest meer te gebruiken. Op minimaal 25% van uw grasland staat klaver tussen 1 april en 1 oktober. Uw percelen zijn zichtbaar bedekt en u verdeelt de klaver gelijkmatig over het perceel.

H11. Bufferstrook met kruiden

Met een bufferstrook met kruiden langs een natte sloot zorgt u voor meer biodiversiteit en een betere waterkwaliteit. De bufferstrook moet minimaal 3 m breed zijn. Van 1 april tot 1 oktober bestaat minimaal 25% van de bedekking van deze bufferstrook uit duidelijk zichtbare en gelijkmatig verdeelde kruiden en vlinderbloemigen. U bemest de bufferstrook niet en gebruikt geen middelen om de gewassen te beschermen. Beweiden is niet toegestaan.

B02. Groenbedekking

Met het bedekt houden van uw percelen verhoogt u het organisch stofgehalte en verbetert de bodemkwaliteit. U houdt uw percelen van 1 januari tot 1 maart zichtbaar bedekt. Uitsluitend pleksgewijze chemische onkruidbestrijding is toegestaan, op maximaal 10% van de oppervlakte. U werkt het vanggewas met machines onder en u mag deze vooraf niet doorspuiten of branden.

V01. Verlengde weidegang (1500 uur)

Door koeien langer te laten weiden zorgt u voor minder ammoniakemissie. Ook verbetert u de kwaliteit van het landschap. Uw melkkoeien weiden minimaal 1500 uur per jaar (6 uur overdag in de periode 1 mei t/m 30 september). Uiterlijk 1 mei beginnen uw koeien met weiden. Dit doen ze minimaal 180 dagen. Ze weiden in het voorjaar, de zomer en het begin van de herfst.

V02. Verlengde weidegang (3000 uur)

Uw melkkoeien weiden minimaal 3000 uur per jaar. Uiterlijk 1 mei beginnen uw koeien met weiden. Minimaal 180 dagen. En ze weiden in het voorjaar, de zomer en het begin van de herfst. Zowel dag als nacht (16 uur per dag in de periode 1 mei t/m 30 september).

N01. Houtig element (heg, haag, struweel)

Met landschapselementen zorgt u voor meer biodiversiteit en een aantrekkelijk landschap. U heeft een heg, haag of struweel op uw niet-productieve landbouwgrond. U houdt het element en de vorm ervan het hele jaar in stand, van 1 januari tot en met 31 december.

N02. Houtig element (overige houtige landschapselementen)

U heeft een houtig element (zoals houtwallen en bomen) op uw niet-productieve landbouwgrond. Deze is het hele jaar aanwezig, van 1 januari tot en met 31 december. Het houtige element is geen heg, haag of struweel. Kijk daarvoor bij de eco-activiteit hierboven.

D01. Biologische bedrijf (SKAL)

Met de eco-activiteiten gaan we samen voor een duurzame landbouw. Is uw bedrijf SKAL-gecertificeerd of in omschakeling? Dan bent u vrijgesteld van de eco-activiteiten en heeft u sowieso recht op de eco-premie volgens beloningsniveau Goud. 

Wisselwerking bufferstroken met eco-regeling en ANLb

De eco-activiteit 'bufferstrook met kruiden langs grasland' kan gecombineerd worden met eco-activiteiten 'langjarig grasland', 'verlengde weidegang 1500 uur', 'verlengde weidegang 3000 uur', landschapselement hout' en 'biologische landbouw'.

Bufferstroken in het kader van GLMC4 kunnen gecombineerd worden met ANLb-randen; alleen mag dan de inkomstenderving als gevolg van geen bemesting/geen gewasbeschermingsmiddelen niet vergoed worden. De breedte van de verplichte bufferstrook is door de waterschappen in beeld gebracht, een meer gedetailleerd overzicht zal beschikbaar komen via BoerenNatuur.

De eco-regeling wordt op termijn regionaal gedifferentieerd, zodat rekening gehouden
kan worden met specifieke kenmerken, zoals: landschapstype, bedrijfstak, grondsoort.

In 2023 is er voorlopig alleen een differentiatie in grondsoort (zand vs overige).

Tijdpad

Elk jaar heb je de keuze om wel of niet mee te doen aan de eco-regeling. In december van het voorafgaande jaar (2022) geef je aan of je denkt mee te willen doen en met welk bouwplan. In december van het jaar zelf (2023) maak je je keuze definitief en geef je door welke eco-acitiviteiten je hebt uitgevoerd. Deelname aan ANLb meld je aan voor eind 2022. Het contract geldt voor 6 jaar. Mocht je tijdens de contractperiode toch over willen stappen van ANLb naar een eco-regeling, dan ben je verplicht dat te melden bij het collectief, want een dubbelbetaling is niet toegestaan.

Simulatietool

RVO werkt aan een simulatietool: https://mijn.rvo.nl/simulatietool-nieuw-glb. Hiermee kunt u berekenen hoeveel subsidie u krijgt als u verschillende activiteiten uitvoert. Let op: hij is nog niet compleet. Er worden regelmatig updates gemaakt.

Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb)

Wat verandert er in het ANLb en hoe verhouden deze wijzigingen zich tot de ANLb?

Ten eerste: het ANLb verandert in hoofdlijnen niet. Wel komt er een leefgebied bij: Klimaat en komen er mogelijk extra doelen voor water. De beheerpakketten en vergoedingen van RVV krijgen (kleine) wijzigingen. De begrenzing van de leefgebieden is te zien op de kaarten van het Natuurbeheerplan 2023 van de provincie Utrecht. Selecteer kaart 7, voor leefgebied open grasland.

De budgetten blijven grotendeels gelijk aan de huidige budgetten. Er is enige ruimte voor uitbreidingen en er komt extra geld van het Aanvalsplan Grutto voor het verzwaren van beheer in goede weidevogelgebieden, voor optimalisatie van het ANLb en voor het nieuwe thema klimaat.

Dat betekent dat RVV wellicht keuzes moet maken. Wij vinden het belangrijk dat huidige beheer in principe kan worden voortgezet en dat verzwaring van beheer voorrang moet krijgen op licht beheer. Ook kijken we naar het ecologisch belang van maatregelen.

Op 22 september 2022 was een informatieavond voor onze leden. De presentaties zijn terug te vinden via deze link. We gaan in de komende periode de deelnemers benaderen om te bespreken welk beheer wordt voortgezet of aangepast.

Wat is de relatie tussen ANLb en eco-regeling?

Sommige activiteiten in de eco-regeling lijken op ANLb-pakketten.

Als u een activiteit uitvoert in de eco-regeling, die vergelijkbaar is met een ANLB-pakket, en daarvoor een Eco-vergoeding ontvangt, dan kunt u ze niet nogmaals in het ANLb vergoed krijgen. Er zijn ook ANLb-pakketten die wèl gestapeld kunnen worden, met behoud van waarde in de eco-regeling en een volledige ANLb-vergoeding. In andere gevallen krijgt wel de bijbehorende punten, maar niet de waarde. Met de simulatietool kunt u puzzelen welke opties voor u het meest aantrekkelijk zijn.

In deze tabel vindt u een concept overzicht van activiteiten die wel, niet of deels gestapeld kunnen worden.

Bijvoorbeeld (onder voorbehoud):

  • Langjarig grasland: behoud via de eco-regeling, extra beheer via ANLb-pakket rustperiode.
  • Bufferstrook met kruiden: u sluit een beheerpakket af waarbij u de rand minimaal tot de tweede snede laat staan of u sluit een beheerpakket af voor een bredere strook dan de verplichte (over het algemeen) 1 meter.
  • Grasland met kruiden via de eco-regeling in combinatie met het ANLb-pakket rustperiode.
  • Houtige elementen: u houdt ze in stand via de eco-regeling en voert het beheer uit via het ANLb.

Disclaimer: Het nieuwe GLB is nog in ontwikkeling. U kunt daarom geen rechten ontlenen aan deze pagina.

Laatste update: 13 november 2022

Klik hier om direct een melding te plaatsen! Direct naar meldingen

Klik hier om direct contact op te nemen! Direct contact opnemen

Nieuws uit de regio

Workshop Veenweidegebieden en Biobased bouwmaterialen

In deze online workshop gaat het om de productie van…

21 mei 2023 lees verder

Betrek ondernemers en inwoners bij je bedrijf

Bij de excursie 'Betrek ondernemers en inwoners bij…

21 mei 2023 lees verder

Groepsbijeenkomst – Kruidenrijk Grasland

Voor het leertraject Kruidenrijk Grasland is er weer een nieuwe groepsbijeenkomst…

21 mei 2023 lees verder

Nieuws in de media

Bufferstroken

Vanaf dit jaar zijn bufferstroken verplicht op grond langs wateren. Hoe breed moet deze…

23 maart 2023 lees verder

online BoerenNatuur Kennis uur: Elke donderdag van 15:00–16:00

Donderdag 9 februari start het online BoerenNatuur…

16 maart 2023 lees verder

Verkiezingsdebatten op 7 en 9 maart

Op woensdag 15 maart zijn de verkiezingen voor de…

1 maart 2023 lees verder